‘Een wielrenner, of kortweg een renner, is iemand die de wielersport in wedstrijdverband, professioneel of als amateur, beoefent.’ Tenminste; volgens Wikipedia. En ja, sinds enkele jaren mag ik mezelf ook wielrenner noemen. Mag, maar dat wil niet zeggen dat ik me ook altijd zo voel.
Natuurlijk heb ik in mijn leven regelmatig op een fiets gezeten. Net als iedereen ben ik ooit begonnen op een fiets met zijwieltjes. Tijdens mijn schoolperiode was fietsen niets meer dan een verplaatsing van punt A naar B. Na een paar uur veranderde dat dan naar een verplaatsing van punt B naar A.
Vanaf mijn twintigste levensjaar pakte ik het fietsen professioneler aan. Ik reed mijn eerste rondjes en kreeg er nog voor betaald ook. Nee, nog niet als wielrenner! In die periode was ik gewoon een simpele postbode.
Besmet
Het wielrenvirus kreeg mij pas te pakken toen ik al wat meer op leeftijd was. Om precies te zijn op 15 augustus 2020 tijdens een rondje Eemmeer op een felgroene mountainbike. Gemiddeld ging ik 16 km/uur; niet gek voor een 40-jarige aan het begin van zijn midlifecrisis.
Al een maand later werd ik de trotse eigenaar van een oude Giant Peloton uit 1981. Gewapend met commandeurs en een Shimano Biopace verkende ik al snel elk weekend de polderwegen rondom mijn woonplaats. Ik voelde me vrij en zorgeloos.
Professionalisering
Tot die ene rit van ruim tachtig kilometer tussen Arnhem en Rhenen. Mijn toenmalige handheld navigatie bleek niet voldoende capaciteit te hebben voor die hele rit. En na een flinke krachtsinspanning op de Grebbeberg kreeg mijn lichaam een genadeslag op de helling van Het Paardenveld. Mijn lichaam wilde niet meer, maar ik moest toch echt terug zien te komen bij mijn auto.
Niks vrij en zorgeloos. Ik was bekaf en zenuwachtig. Tijdens die laatste lange kilometers besliste ik dat ik een goede navigatie moest kopen, sportvoeding en natuurlijk sportdrank. Het was tijd voor een professionaliseringsslag.
Maar daarover later meer…